Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Grote financiële schade voorkomen met zeefinstallatie- bewaking

Grote financiële schade voorkomen met zeefinstallatie- bewaking
12 jun 2018  |
De industrie is al lang op zoek naar een geschikte oplossing voor het detecteren van gaten en scheuren in het zeefgaas bij zeefinstallaties. In veel industriële processen waar vaste stoffen worden verwerkt zijn zeef-installaties en controlezeven erg belangrijk. De betrouwbaarheid van het zeefgaas is dan ook cruciaal voor de kwaliteit van het eindproduct.

Wanneer het zeefgaas gescheurd is of een gat bevat komen er te grote deeltjes in het proces waardoor een grote hoeveelheid gezeefd materiaal óf moet worden weggegooid óf opnieuw moet worden gezeefd. Als er zelfs een terugroep-actie nodig blijkt te zijn zal dit voor nog hogere kosten zorgen. In veel processen wordt weliswaar meerdere malen per dag een analyse uitgevoerd van de korrelgrootte in de flow, maar naast het feit dat dit een tijdrovend en terugkerende handeling is, is deze werkwijze ook niet geschikt voor het snel detecteren van een zeefbreuk als deze plots ontstaat.

Snelle detectie van scheuren of gaten

EnveaTM (voorheen SWR engineering), specialist in het ontwikkelen van meetsystemen voor processen waar vaste stoffen worden verwerkt zoals poeder, stof en granulaat heeft de oplossing ontwikkeld voor snelle filterschade detectie: de Paddy. De Paddy is een sensor die in staat is om tijdens het proces ‘in-line’ een korrelgroottespectrum te volgen. Dit houdt in dat de Paddy niet de daadwerkelijke grootte van de deeltjes meet, maar het merkt een afwijkend patroon op als er te grote deeltjes in de flow voorkomen. Wanneer het patroon afwijkt van de kalibratie zal er een alarmsignaal worden geactiveerd door middel van een relais. De Paddy werkt met de meest moderne microgolftechnologie in combinatie met de gepatenteerde analyse. De Paddy kan in alle situaties worden toegepast zolang de vaste stoffen zich in een metalen leiding pneumatisch of in vrije val bewegen

Werking

Het systeem werkt met twee sensoren: een meetsensor en een referentiesensor. Beide sensoren zenden microgolven uit en worden door het materiaal gestuurd met een frequentie van 24.125 GHz. De microgolven worden in beide gevallen door het materiaal gereflecteerd wat resulteert in een bepaald spectrum. Wanneer er zich te grootte deeltjes in het proces bevinden zal de snelheid van deze deeltjes anders zijn dan de kleinere deeltjes. Hierdoor zal de onderste sensor een afwijkend spectrum geven, waaruit kan worden geconcludeerd dat er te grootte deeltjes in het proces voorkomen. Voor een succesvolle meting is een vrije val van ongeveer 500mm benodigd.

Het is noodzakelijk om twee kleine platen in een leiding te lassen om er voor te zorgen dat er een uniforme snelheid in de materiaal-flow ontstaat. Hierdoor wordt het voor de Paddy mogelijk om een verschil in korrelgrootte op te merken. De betrouwbaarheid van de detectie is afhankelijk van de materiaaleigenschappen en de toepassing, maar over het algemeen moet er vanuit worden gegaan dat korrelgrootte afwijkingen van zo’n 20% opgemerkt zullen worden. Dit houdt in dat als de korrelgrootte normaal gesproken 1,0 mm is, dat een korrel van 1,1 mm nog wordt geaccepteerd, maar dat een korrel van 1,2 mm zal worden opgemerkt. Wanneer minimaal 10% van de flow een afwijkende diameter heeft kan de Paddy een alarmsignaal geven. De maximale meetbare deeltjesgrootte is 10mm.

Installatie

De Paddy kan worden ingezet in stof Ex20-zones evenals gas-Ex 1 zones. De volledig gepatenteerde meetmethode bestaat uit twee microgolfsensoren: een meetsensor en een referentiesensor. De sensoren worden boven elkaar geplaatst.

Zoals eerder beschreven is het bij vrije val toepassingen noodzakelijk om twee platen in de leiding te lassen zodat het materiaal in een gelijke snelheid door de leiding gaat. Voor pneumatische toepassingen is een Venturi nodig zodat de kleine deeltjes van de grote deeltjes onderscheiden kunnen worden op basis van snelheidsverschil.

De sensoren worden aangesloten op de evaluatie-unit (transmitter) via een C3 box. De C3 box koppelt de ModBus signalen van de sensoren via een aangesloten kabel naar de transmitter. Bovendien worden beide sensoren en de transmitter beschermd door een ingebouwde zekering voor het geval er een elektrische storing in de C3-kast zou zijn. De transmitter kan optioneel worden ingezet als veldbehuizing met een display of als DIN-railversie zonder display.

Deel dit bericht

Dit artikel is gepubliceerd door

Istec International is al 40 jaar een begrip in de meet- en regeltechniek. Met vestigingen in Nederland en België voorzien wij klanten van over de hele wereld van onze specialistische kennis en adviezen. Naast een...

Gerelateerde berichten