Zoek
Sluit dit zoekvak.

Verifiëren van explosieveilig materieel

Verifiëren van explosieveilig materieel
Veel bedrijven waar brandbare stoffen aanwezig zijn hebben de risico’s t.a.v. explosieve atmosferen beoordeeld en vastgelegd in een explosieveiligheidsdocument (EVD). Het EVD schrijft voor wat voor materieel is toegelaten in de zogenoemde zones.

Vaak wordt naar eer en geweten explosieveilig materieel toegepast in een zone, bijv. een ATEX uitgevoerde elektromotor, pomp, verlichtingsarmatuur, werkschakelaar, etc. Hiermee lijkt wat materieel betreft alles in orde te zijn. Echter, het materieel moet ook geschikt zijn voor de betreffende zone en in goede staat zijn. Dit geldt voor de eerste inbedrijfstelling, maar ook bij iedere belangrijke wijziging, zoals is omschreven in artikel 3.5e, lid i van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Dit blijkt vaak niet in orde te zijn, aangezien het verifiëren van explosieveilig materieel niet- of onvoldoende gebeurt…

Foutcondities

In de praktijk blijkt dat er in zones niet- of nauwelijks wordt geverifieerd of het toegepaste materieel geschikt is voor de zone en op een juiste wijze is gemonteerd en aangesloten. Hierdoor ontstaan – al tijdens de installatiewerkzaamheden – onnodig veel foutcondities, zoals:

Het beschermingsniveau (categorie 1, 2 of 3) blijkt niet geschikt te zijn voor in de zone (bijv. een werkschakelaar met categorie 3D gemonteerd in een zone 21)

  • Explosieveilig materieel voor in een ‘gaszone’ (0, 1, 2) staat in een ‘stofzone’ (20, 21, 22) en vice versa;
  • Gas- of stofgroep van het materieel komt niet overeen met de betreffende brandbare stof;
  • De temperatuurklasse is onvoldoende (bijv. T2, terwijl minimaal T3 vereist is);
  • Foutieve wartels zijn toegepast (bijv. een Ex-d elektromotor zonder Ex-d wartel);
  • Een sensor met beschermingswijze Ex i (intrinsiek veilig) is niet aangesloten achter een barrier of galvanische scheiding;
  • Klembereik wartel is niet afgestemd op de kabeldiameter;
  • Etc.

Hieronder volgen nog een paar voorbeelden uit de praktijk…

Foto 1: klembereik wartel komt niet overeen met de kabeldiameter...
Foto 1: klembereik wartel komt niet overeen met de kabeldiameter…
Foto 2: geen geschikte Ex blindstop voorzien.
Foto 2: geen geschikte Ex blindstop voorzien.

ATEX verificatiedossier

Bovengenoemde foutcondities kunnen worden voorkomen (of hersteld worden) door te verifiëren of het explosieveilig materieel geschikt is en correct is samengesteld. Door gebruik te maken van een ATEX verificatiedossier kunnen de foutcondities worden vastgelegd en worden opgevolgd, zoals ook staat omschreven in de norm EN-IEC-60079-14:2014 §4.2. Grosso modo wordt hier ingegaan op de technische specificaties van het materieel en de installatie. Het verificatiedossier is geen explosieveiligheidsdocument (EVD), al staan deze documenten wel in relatie tot elkaar. De norm omschrijft 3 onderdelen waar invulling aan gegeven moet worden, namelijk:

A. Omgeving (ook omschreven in het EVD: de zone-indeling, externe invloeden, …)

B. Apparatuur (technische eigenschappen, gebruikershandleiding, berekeningen, …)

C. Installatie (aansluitwijze, inspectierapporten, stroomkringschema’s, …)

Normaliter hoort een verificatiedossier te zijn opgesteld bij de eerste inbedrijfstelling van de installatie, al gebeurt dit in de praktijk vaak achteraf of niet. Om explosieveilig materieel op een pragmatische wijze te beoordelen kan gebruikt worden gemaakt van een checklist, waarin alle technische eisen uit de norm EN-IEC-60079-14:2014 §4.2 stapsgewijs worden nagelopen. Hiermee is deze methodiek ook bruikbaar voor installaties welke al in bedrijf zijn genomen.

Geschreven door Nico Hendricks, Consultant bij D&F Consulting B.V.. Nico is ATEX-expert binnen de Business Unit Process Safety van D&F.

Deel dit bericht

Dit artikel is gepubliceerd door

D&F GROUP B.V. helpt de industrie om veiligheid op een duurzame manier te verbeteren met als ultiem doel het volledige voorkomen van incidenten. We helpen u vanuit een passie voor veiligheid en brengen we onze...

Gerelateerde berichten