1. Gebruikte materialen
Materialen in de installatie, zeker die in contact komen met het product, dienen voedselveilig te zijn. Met RVS van hoge kwaliteit zit u goed. De afwerking langs de binnenzijde moet gepolijst of speciaal behandeld zijn, om te vermijden dat voedselresten achterblijven in de machines.
Ook de kunststoffen in uw verpakkingslijn dienen geschikt te zijn, net zoals eventuele smeermiddelen die u gebruikt.
2. Geen dode hoeken
U mag geen dode hoeken hebben, geen plekken waar u niet aan kan, maar die wel in contact komen met uw product. Alle delen moeten goed bereikbaar zijn.
Bijvoorbeeld: twee platen tegen elkaar aanbrengen is vaak geen optie. Want hiertussen krijgt u een naad. Laat dat alleen toe wanneer er nog voldoende ruimte tussen de platen is om te reinigen. Beter is om platen aan elkaar te lassen: zo heeft u geen naad.
3. Ruimte om te reinigen en te controleren
Voedselveilig verpakken lukt het best wanneer u alle onderdelen van uw verpakkingslijn kan reinigen en controleren. Denk aan voldoende ruimte onder uw transportbanden, of een uittrekbare of gemakkelijk te openen doseerschroef.
4. Detectieapparatuur
Wij rusten onze lijnen vaak uit met een metaaldetector. Die controleert afgevulde zakken op metaalresten.
Plastic of andere ongewenste materialen kan u opsporen met een X-ray detector.
5. De juiste verpakking
Verpak uw voedingsproduct in geschikt materiaal. Welk materiaal is vaak afhankelijk van het te verpakken product. Sommige producten, zoals chocolade, moeten bijvoorbeeld in hermetisch dichte zakken zitten. Anderen moeten dan weer kunnen ademen. Nog andere voedingsmiddelen moeten ontlucht worden in hun verpakking, zodat de zakken stabiel kunnen worden gestapeld.
Wordt uw product in buis- of vlakfolie verpakt, dan kan u nagaan of meerdere lagen wenselijk zijn. Dat heeft een invloed op onder meer de UV-doorlating van de zakken en de houdbaarheid van uw product.